Echte vrouwen krijgen een kind

‘Een paar vrienden van mij konden geen kinderen krijgen en zien niemand meer,’ zegt Geert. ‘Ze zijn zelfs verhuisd naar het platteland.’

Marja knikt: ‘Zoiets heb ik in mijn omgeving ook meegemaakt’.

‘Zo zijn wij niet hoor’, lispel ik ongemakkelijk. 

Het is september 2002. We zitten met onze schrijfclub bij iemand thuis en ik heb net verteld dat ik IVF aan het doen ben. Kom, dacht ik, ik vertel eens iets. Onder meer om te verklaren dat ik geen gat in de lucht spring als iemand zwanger word.

Ik weet niet precies wat ik van mijn ontboezeming verwacht had, maar niet dit. Nadat iedereen zijn ervaring met zielige, verbitterde kinderlozen heeft gedeeld, gaan we over tot de orde van de dag.

Kort daarop verbreek ik zielig en verbitterd het contact met de club. 

IVF-junk

Ongemak. Mensen weten niet hoe ze erop moeten reageren. Het beste advies heb ik gekregen op een lotgenotendag van Freya: Doe wat goed is voor jou. Verwacht niet dat mensen het begrijpen. Dat hoeft ook niet.

Dat was naar aanleiding van een vrouw die vertelde hoe ze elke keer uitputtend uitlegde waarom ze niet naar kinderfeestjes ging, maar het gevoel had dat ze nog steeds niet begrepen werd. 

Het makkelijkste is om gewoon een beetje stiekem je leven zonder kinderen te leiden en niet de hele tijd uit te leggen waarom je doet wat je doet.

Stiekem IVF doen is overigens best wel ingewikkeld. Je moet spuiten zetten en je ziek melden voor ziekenhuisafspraken. Ik herinner me een personeelsuitje waarop ik de hele dag in mijn tas een vervaarlijke spuit met me meedroeg die ik ‘s avonds in het bootrestaurant in een te krappe wc in mijn buik zette. Kleren omhoog sjorren, tas om de nek, buikplooi pakken terwijl die arm ook de jurk omhoog moet houden en met de andere arm, hup, de spuit erin. Vervolgens rood verhit alsof er niets aan de hand is aan tafel schuiven om tapas eten. 

Sommige mensen weigeren te geloven dat ik vergeefs IVF heb gedaan en toch gelukkig ben. Ik denk dat het komt omdat mensen zonder kinderen vooral aan het woord komen in hun crisisjaren. Als ze zielig zijn en verdriet hebben om kinderen die er niet zullen komen zijn ze het best te begrijpen. Wat erna komt is ingewikkelder.

Ik lees weleens over een lang geleden gestorven echtpaar waarvan alleen naam en geboorte- en sterfdata resten, én: ‘Tot hun verdriet konden ze geen kinderen krijgen.’ Herinnerd worden om iets dat je niet hebt. Alsof dat verdriet door de jaren heen hetzelfde, onverminderd verwoestende verdriet is gebleven.

In mijn IVF-tijd vond ik dat reuze deprimerend. Stel je voor dat W. en ik over twee eeuwen alleen nog ergens als droeve mensen zonder kinderen werden genoemd. Ik vond het ook erg dat op rouwkaarten alleen onze twee namen in het rijtje nabestaanden stonden en we geen foto’s van schattige kinderen op de buffetkast konden zetten, dat ik niemand had aan wie ik mijn oude poppenwagen kon geven en dat sinterklaas geen relevant feest meer was. Alles wat ons scheidde van een doorsnee leven was ineens pijnlijk, niet omdat ik zo graag een doorsnee leven wílde leiden, maar omdat het niet kón. Overal zag ik dingen die bij mij anders zouden gaan dan bij de meeste mensen.

Ach, denk ik nu. Lekker belangrijk om in Verborgen verleden op te poppen als iemand met bruin haar die naast een kerk heeft gewoond.

Rufus als 6 weken oude pup
Rufus als 6 weken oude pup

Sommige dingen blijven wel hetzelfde. Ik blijf nog steeds weg van kinderfeestjes en kraambezoeken (iets met liever op je eigen veld de sterren van de hemel spelen dan langs andermans zijlijn applaudisseren) en ik ga niet uit mijn dak als iemand zwanger is.

Er zijn mensen die mij opgewonden vertellen: ‘Weet je wíe zwanger is?’ Uitroepteken, dolgelukkige blik. Zelfs al is het een kennis die we allebei in geen jaren niet gezien hebben. Dan constateer ik dat het krijgen van een kind nog steeds het belangrijkste is wat er over iemand verteld kan worden. Kinderen krijgen is doodgewoon, zou je zeggen. Ze niet krijgen is bijzonderder. Maar ik snap het op die manier dat het, zeker bij een eerste kind, een overgang is naar een andere wereld. En dat is de wereld van de boodschapper. Of het is de wereld waar de boodschapper over niet al te lange tijd deel van uit wil maken.

Ik heb weer andere dingen waar ik van uit mijn dak ga. ‘Weet je wie sinds kort een hond heeft?!’ Alles wil ik weten. Wat voor hond het is, waar de hond vandaan komt, of het haar eerste hond is, of ze op training gaat, of hij al zindelijk is, of de pup doorslaapt en hoe het bevalt ineens deel uit te maken van de gemeenschap van hondenbezitters. 

Soms word ik pissig. Ik raak bijvoorbeeld geïrriteerd als een ouder smalend zegt: ‘Zeker geen kinderen,’ over een fanatieke figuurzager of iemand die klusjes doet in het buurthuis, alsof de zorg voor kinderen het hoogst haalbare is, alsof deze samenleving niet drijft op mensen die verder kijken dan hun eigen kinderen en werk. Alsof het verachtelijk is om te zwemmen in je tijd. 

Ik kan er ook heel slecht tegen als mensen doen alsof je alleen een ander (beter!) mens kan worden door kinderen te krijgen. Zoals Liesbeth Smit ook schrijft: ‘Geen kinderen krijgen is voor een vrouw net zo ingrijpend als wél kinderen krijgen.’

Maar ik hou mijn mond. Voor je het weet ben je een zielige, verbitterde kinderloze en gaan mensen met een boogje om je heen. Gelukkig heeft Liesbeth Smit zich over die angst heen gezet. In Echte vrouwen krijgen een kind laat ze zien dat kinderen krijgen nog steeds de norm is en dat is voor niemand goed. Er zijn meer mensen zoals ik die van nature graag alleen zijn, het best gedijen in een leven met minimale verplichtingen en die, soms zelfs na een reeks mislukte IVF-pogingen, blij zijn dat ze de dans ontspringen.

boek echte vrouwen krijgen een kind

Het zou fantastisch zijn als je niet stronteigenwijs hoefde zijn om geen kinderen te willen, maar dat dat een normale keuze zou zijn en we met lekker veel zouden zijn.

Persoonlijk zie ik erg uit naar de dag dat een neefje of nichtje tegen mij zegt: ‘Ik wil geen kinderen. Ik vind een leven zonder leuker.’ En dat ik dan min of meer een voorbeeld ben geweest.

P.S. De hond naar me vernoemen vind ik óók leuk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *