Vrienden voor het leven

F. was vooral leuk in groepen. Hij schudde de boel op met prikkelende vragen en maakte ons aan het lachen met spitsvondigheden. Ik zorgde op freelancersborrels dat ik bij hem in de buurt zat en op een nacht gingen we er met zijn tweeën vandoor. Hij waarschuwde dat ik niets moest verwachten. Als ik een degelijke partner zocht, moest ik zorgen dat ik wegkwam.

Liederlijk

In het jaar dat volgde, niet het vrolijkste van mijn leven, maar ik wilde hartstochtelijk graag contact met kunstenaars, leerde ik door F’s ogen naar de wereld kijken. F. leefde dag na dag aan de rand van de afgrond, hield zich staande met potjes valeriaanpillen en drank. Hij schreef, maar sloeg zingen hoger aan. Met een bandje maakte hij opnames en heel zelden trad hij op, maar dat kostte te veel energie, dus stopte hij daarmee. F. had een heel wetboek waarin dingen stonden als: ‘ik zal zwarte kleren dragen’ en ‘de wereld bestaat uit neuroten en psychoten’. Van servies tot winkels en steden werd hiërarchisch geordend. Iets was ruk of euforisch.
Het was een doodvermoeiend bestaan. Je zou denken dat therapie een goed idee was, maar hij was doodsbang dat hij zijn talent zou verliezen als hij eenmaal een evenwichtige persoonlijkheid zou zijn geworden. Diepe dalen, hoge toppen, daar was hij van. Buitenaards euforisch kon hij worden. ‘Daar kun jij je geen voorstelling van maken’, zei hij. Andere mensen hielden vast ook van muziek en film, maar voor hem waren film en muziek de enige sprankjes licht in de hel van zijn bestaan. 
F. en ik schreven lange brieven. Schrijven kon ik beter dan liederlijk worden. Ik vertelde over mijn familie en vrienden en hij legde uit wie ze werkelijk waren onder die schone schijn. 

Buffer tegen de wereld

F’s hoogtepunt van de week was de vrijdagavond. Met vier á vijf vrienden kwam hij samen in hun stamkroeg om straalbezopen te raken en hun ziel binnenstebuiten te keren. De vrienden wedijverden in beschamende, verboden gedachten en belevenissen. Langdurige relaties en lust gingen niet samen voor hen. Hun favoriete seks was buitenrelationele seks met exen. Ze bestookten elkaar met hartstochtelijke verhalen over hun favoriete muzikanten en schrijvers (de ruige Charles Bukowski), bespotten elkaar en kotsten samen. Ze spiegelden zich aan Seinfeld, de televisieserie van comedian Jerry Seinfield over een New Yorkse vriendengroep. De vriendenclub van F. was net zo’n buffer tegen de wereld als die van Seinfeld. 

Doodswens als pré

Vriendinnen waren niet welkom tijdens de wekelijkse bacchanalen. Denk aan The Beatles en Yoko Ono. Het was een geheim genootschap waarin iedereen en alles rauw en eerlijk over de tong ging. 
Soms zag ik zijn vrienden op een verjaardag of bij het uitgaan. Ik was altijd bang dat ze me te gewoon vonden of te truttig, en liet vergeefs blijken dat ik ook heus wel eens dood wilde. Ze vonden me koel. F. waardeerde dat ijskoude van mij wel. Daarmee bood ik een goed tegenwicht tegen het surplus aan gevoelens dat hem overspoelde. 
Na een jaar of zoiets was de relatie voorbij en kon ik weer ontdooien. 

Spoorloze vrienden

Pas had ik op een vrijdagavond een afspraak met een vriendin in een bioscoopcafé in Utrecht. Toen ze naar de wc ging, dacht ik na over het verleden dat ik met het café had, dat ik er zo vaak had gezeten als student en in de jaren daarna. En ook: dat ik er juist níet met F. had gezeten, dat ik jarenlang niet in deze kroeg af had durven spreken. 
Ik keek om me heen. Nee, ook niet aan de tafel bij het raam. De kust was veilig. Het café zag er vrijwel exact hetzelfde uit als toen, maar van de vriendenclub geen enkel spoor. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *