Omdat de stationsklok me de neus uitkomt

Lang geleden droeg ik een horloge. Dat is afgelopen sinds iemand op 1 maart 1981 tegen me zei: ‘Ik vind jou typisch iemand voor een horloge.’ Voortaan bleef ik vijf minuten op de stoep wachten voor ik naar binnenging en toen ik genoeg moed had verzameld deed ik mijn horloge de deur uit. Sindsdien moet ik het hebben van kerkklokken, stationsklokken, gevelklokken en gezonde intuïtie.
In noodgevallen trek ik mijn mobiele telefoon. Rommelen in de tas, op toets drukken zodat schermpje oplicht, en passant sms-jes en gemiste oproepen checken en telefoon terugstoppen. Dat zou weleens hét gebaar van de 21ste eeuw kunnen zijn en het heeft helemaal niks meer te maken met op een feestje in een saai gesprek onopvallend je pols zo draaien dat je de tijd kan lezen. (Wat gaf dat een houvast!)
Wij maken het onze gasten makkelijk met deze ‘houten Led-klok’. De puntjes knipperen als kermis.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *