Mijn bril is omstreden. Daarom was hij vast afgeprijsd. Hij heeft namelijk glimmers in het montuur en vooral bij kunstlicht ziet dat er feestelijk uit. Soms heb ik het idee dat ik daarom opgemerkt word door mensen die mij zonder die bril niet zouden zien staan. Mijn bril zegt gelukkig niet dat ik normaal al gek genoeg vind.
Kattenreismand
Pas zat ik in de trein naar Tilburg. In Den Bosch moest ik overstappen en zag een kattenreismand op het perron. Ik ging even door de knieën om te kijken. ‘Eet smakelijk’, zei de persoon die bij de kattenmand hoorde, een persoon van kleur in een prachtige blauwe jurk. Ik wist niet of het een man of een vrouw was. De persoon zei: ‘Ik kom even hier staan. Het waait daar zo. Ik ben hier niet geboren. Dit klimaat is niks voor mij.’
Waarop ik inkopte: ‘Waar kom je dan vandaan?’
Levensverhaal
De persoon had een Braziliaanse vader en een Surinaamse moeder, maar ook Javaans bloed en inheems. Dat inheemse, daar identificeerde hij, zij of hen zich het meest mee. Toen hij, zij of hen twaalf was, was hij, zij of hen door hun moeder van Suriname meegenomen naar Nederland, zonder dat hem, haar of hun gevraagd was of hij, zij of hen daar wel trek in had of liever bij zijn, haar of hun vader wilde wonen. De ouders waren al lang gescheiden en de vader, prima vent verder, woonde in Brazilië, maar hij was gekolonialiseerd door de missionarissen en serieus katholiek.
Kolonisten
‘There’s a lot going on here’, zouden ze bij het BBC-programma Masterchef zeggen. Hij, zij of hen was ook nog in transitie van man naar vrouw en als haar operaties achter de rug waren wilde ze naar de Antillen, Curaçao of Bonaire. Zeker niet naar Brazilië. Dat zou ze niet overleven als transvrouw. Maar trans zijn was wat haar betreft niet het grootste probleem. Ze had last van depressies omdat ze zich nergens thuis voelde en haar Surinaamse moeder een harde vrouw was die nooit naar haar had geluisterd en net zo goed een onderdrukker was geweest als de kolonisten die de inheemse volkeren over de hele wereld hadden uitgemoord en hun land hadden afgepakt.
Nooit meer alleen
Nog over die lege kattenreismand. Die had ze van een vriend in Den Bosch gekregen. Ze woonde klein op een flat en wist nog niet of een kat daar wel gelukkig van werd. Liever nog zou ze een hond willen. Als kind in Suriname had ze een hond gehad. En als je een hond hebt ben je nooit meer alleen.
Daar kon ik best iets over zeggen, maar ik moest eruit.
Autistisch
Op de terugweg sprak een moeder met twee tienerdochters me aan. ‘Deze trein gaat naar Den Haag! Dat moet toch niet? Sorry hoor, ik ben autistisch.’
Met mijn bril ben ik nooit alleen.