Reizen in een drukke trein vergt gelatenheid. Jij bent mij niet, ik ben jou niet, maar we zitten nu eenmaal een uur bij elkaar op schoot. Bij sommige mensen gaat dat helemaal mis.
Zeilen met voelsprieten
De trein Utrecht Lunetten – Utrecht centraal is een risicotrein. Hij zit vaak vol. Als ik dan met Rufus instap, kan het twee kanten op en ik zet al mijn voelsprieten uit om zo vroeg mogelijk te kunnen inschatten welke kant het wordt. Met een hond in een trein staan is een soort zeilen. Ik laat de riem wat vieren terwijl ik tegelijkertijd hem en de reactie van de mensen op hem in de gaten hou. Als mensen hun hand naar hem uitstrekken zodat hij eraan kan ruiken, laat ik de lijn nog verder vieren zodat Rufus tegen ze aan kan schurken. Als ze hem negeren, haal ik de lijn aan.
Ongewassen zwerver
Op de eerste koopzaterdag in januari reageert een meisje als door een wesp gestoken als Rufus nog ruim een halve meter bij haar vandaan is. Ze haalt haar waterflesje snel uit de rugzak op de grond. ‘Ik heb het niet op honden’, zegt ze met schrille stem. ‘Ik zorg toch ook dat je er geen last van hebt’, reageer ik zo rustig mogelijk. Een jongen rechts van mij draait zich met een van walging vertrokken gezicht zo ver mogelijk van mij en Rufus af. Als we de trein verlaten, schiet het meisje een andere hoek in. Ik weet ineens hoe het voelt om een zwerver te zijn met plakbaard en een jas die stijf staat van de huidsmeer.
Ongewenste bekentenissen
Maar zelfs ongewassen zwervers hoef je niet te laten merken dat je ze vies en verwerpelijk vindt, denk ik dan weer. In het algemeen is de behoefte aan meningen overschat. Ik zit bijvoorbeeld als ik met mijn hond op een buurtfeest sta zelden tot nooit te wachten op de bekentenis dat iemand een hekel aan honden c.q. huisdieren in het algemeen heeft. Dan hou ik op mijn beurt voor me dat zijn kinderen me nooit zijn opgevallen omdat alle buurtkinderen voor mij op elkaar lijken en dat het me een enorme sleur lijkt om elke dag je kinderen naar school te brengen en op te halen.
Gelaten als ik ben.
Groepssex
Maar even vaak, misschien zelfs vaker, onthalen treinreizigers Rufus warm. Hij vleit zich tegen hen aan en zij kriebelen hem achter de oren. Hij blij. Zij blij. Op een zondag staan drie tienermeisjes op het volle balkon die zich als één man voorover buigen en Rufus als bezetenen beginnen te aaien. Het lijkt wel groepssex. Hij kijkt soms vragend naar mij of dit wel normaal is, maar verder geeft hij geen kick. Na een overstap naar Amsterdam wil de man tegenover me foto’s nemen van Rufus. Twee vrouwen complimenteren mijn hond met zijn zachtaardige uiterlijk en de hele coupé deelt eigen ervaringen met honden, katten en parkieten. Wie ik ook aankijk, overal zie ik glimlachen en liefde voor alles wat groeit en bloeit en pootjes heeft. Ik waan mij een uur lang in het paradijs