Het begon met één Joelie. Een blonde man, eind twintig. Type accountbeheerder. In elk geval een beroep vol Engelse grootspraak, hoorde ik als hij op zijn balkon stond te bellen.
Voordat hij erin trok parkeerde zijn moeder haar cabrio elke dag op de stoep en sjouwde emmertjes verf de trap op. Er werd flink geïnvesteerd in dat tweekamerappartement onder ons. Meubelfabrikanten reden af en aan. Toen de man er eenmaal woonde ontdekten we dat de flat helemaal niet zo geluidsdicht was als we altijd gedacht hadden.
Echte Nederlander
Raar is dat. Ik hou heel erg van Nederland, maar als ik iemand een ‘echte Nederlander’ noem, zoals deze onderbuurman, is dat geen compliment. Een echte Nederlander is voor mij iemand die veel plaats inneemt en lomp, zelfingenomen en luidruchtig is omdat hij daar recht op heeft. Hij hoort meer in dit land dan wie ook. Hij hoort zelfs meer in deze wereld dan wie ook.
Als het maar een beetje aardig weer was, belde de man met luide stem zijn vrienden op het balkon: ‘Hee Pik’ Mijn werkkamer zat boven zijn balkon. Zodra hij ging bellen sloot ik het raam, hoe warm het ook was. Goddank werkte hij fulltime en was vaak ook ‘s avonds weg.
Luidruchtig gelukkig
Lang bleef hij niet alleen. Een date joelde ‘s nachts het hele binnenterrein wakker. De volgende middag stond de man om twee uur op het balkon met een vriend te bellen: ‘Ze is lelijk als de nacht, maar lekker was het wel.’ Genoeg reden om elkaar beter te leren kennen. Steeds vaker joelden ze het uit. Ze gingen samen uit en om te laten merken dat ze het leuk hadden gehad joelden ze op de galerij. In de woonkamer en slaapkamer joelden ze verder. Ze joelden als ze bezoek hadden, als ze bezoek uitzwaaiden. Niemand kwam zo luid klaar als zij. Niemand was zo luidruchtig gelukkig als zij. Tussen het joelen door rookten ze. Ons huis stond blauw.
Balkonmotor
Er waren wel meer mensen die herrie maakten natuurlijk. Op het gemeenschappelijke balkon naast dat van ons stond maanden een motor waaraan geklust werd door een vriend van de buurman van een éénkamerappartement. Bij het omhoog sjouwen van de motor waren bijna doden gevallen. Om de voortgang te testen, startte de klusser periodiek de motor. Maar híj was vriendelijk, bovendien werkloos, misschien ook dakloos.
Zuinig
De druppel was een verjaarsfeest van de Joelies vol gejoel en geschreeuw en harde muziek. Ze bleven maar joelen en schreeuwen en muziek draaien, zo hard en langdurig dat ik ging vragen of het zachter kon. Poeslief waren ze. Geen enkel probleem en ze begrepen het volkomen. Maar vijf minuten nadat ik weer naar boven was gelopen, begonnen ze weer. Van die dag af groette ik ze zo zuinig mogelijk. Twee lange jaren waren dat. Ik toonde zelfs geen interesse toen ze rondom hun verhuizing door de hal liepen met nog prima meubels om ze naast de vuilcontainers te zetten.
Corona
Ik tel mijn zegeningen. Een half jaar na hun verhuizing barstte de corona los en zat iedereen de hele dag noodgedwongen thuis. Onze nieuwe onderbuurvrouw was een bleek meisje dat alleen stil bezoek ontving.