De Balkonoorlog 2

Ze bewegen zich langs de uiterste randen van mijn ooghoeken. Tim is met een vriend op het balkon die non-stop monotoon dingen zegt. Ah gossie Tim, denk ik, want zo ben ik ook wel weer. Ik hoor alleen ‘uitgaan’ en ‘wel een eind rijden’. Dit zou het moment zijn om op te staan: ‘Gaan, jongens, doen! Belegen op je balkon zitten kan altijd nog als je een oude sukkel bent zoals ik. Kookt je bloed of wat!’
W. komt met opgetrokken wenkbrauwen het balkon op en loopt naar de uiterste randen van mijn ooghoeken: ‘Hallo.’
‘Alohee’, zegt de monotone spreker monotoon, draait zijn hoofd weg en vervolgt zijn verhaal.
W. schuift aan naast mij: ‘Hij stond op een stoel over de rododendron naar jou te kijken’.
Hij heeft gehoord dat je nooit boos moet worden op hangjongeren. Je moet contact met ze maken, ze groeten.
Nog geen minuut later zijn ze weg. Een stofwolkje is al dat van ze rest.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *