Wij hadden vroeger wel eten, maar geen bank. Wij moesten de hele dag op eettafelstoelen zitten. Alleen mijn moeder had een luie stoel, naast de radio en de krantenbak, maar als je het waagde daarin te gaan zitten stak ze met een breinaald je oog uit. Pas op mijn 28ste kreeg ik mijn eerste bank. Die kwam in plaats van mijn vriend. Hij eruit, de bank erin.
Beschutting
De bank was een afdankertje van de benedenburen. Driepersoons Ikea met gescheurde bekleding. Het was de tijd van het schikken en schuiven met foulards. Alleen als je op je eettafelstoel bleef zitten en van een afstandje naar de bank keek, zag hij er goed uit. Maar hij lag lekkerder dan een vriend en kreeg nooit genoeg van me. Ik draaide me in de beschutting van zijn leuning van het leven af. En later lag ik er languit op te dromen.
Hij is nog jaren meegegaan, is twee keer meeverhuisd. Onder protest heeft hij een nieuwe man toegestaan, maar de combinatie velours foulard en kattenharen werd hem fataal. Er kwam een nieuwe Ikeabank met inzakkussens en snel verblekende katoenen bekleding. We hebben ook nog even een wollen jeukbank met terug-van-weggeweest-foulard gehad en nu hebben we TWEE tweedehands banken van respectievelijk leer en skai.
Buitensierkussensets
Ik kan me een leven zonder bank niet meer voorstellen. Ik ken ook niemand meer zonder bank. Ik ken mensen met hele zithoeken, compleet met matchende hockers, bijzettafeltjes, sierkussensets en al. Een enkele keer kom ik zelfs mensen tegen met twee complete zithoeken, eentje binnen en eentje buiten.
Ik had daar vroeger niet van durven dromen.