Alle leuke mensen die ik ken hadden vroeger een bloedhekel aan gymles. Sporten maakte het slechtste los in onze klasgenoten. Het was een legitimatie om zwakkere broeders en zusters eens lekker te kakken te zetten. Dat niemand op de kunstacademie en later bij culturele antropologie ooit aan sport deed, was daarom keihard bewijs dat ik goed op koers was in mijn leven.
Het kan verkeren. Het is nog pril, maar sinds een jaar of wat krijg ik lol in redelijk hard fietsen. Snelheid is niet het doel, maar dat gaat vanzelf op een lekkere fiets als deze Cube. Eigenaardig genoeg word ik gelukkig van hele stukken fietsen. Nog lang na de tocht jubelt mijn hart. En ik ben er nog geen slechter mens van geworden.