Ik heb het beste managementboek ooit gelezen! Het was tevens mijn eerste en ik denk niet dat ik snel een tweede lees. Maar wat een boek, De corporate tribe. Misschien moet er naast het stickertje ‘Managementboek van het jaar 2016’ een stickertje ‘Zeker niet alleen voor managers’ op geplakt worden. Het is een feest voor iedereen die met andere mensen werkt en zich net als ik nu en dan afvraagt: wat gebeurt hier in vredesnaam?
Red Bullmomentjes
Het zal mijn gebrek aan bedrijfskundige of communicatiekundige achtergrond zijn, maar ik schiet op zwart als het om organisatiedoelen en strategieën gaat. Hef ons dan maar op, denk ik als de discussie over bestaansrecht te lang duurt en te diep gaat. Ik word er zwaar en moedeloos van en moet mijn nagels in mijn handpalmen drukken om niet in slaap te vallen. Het herluisteren van het hoorspel Het Bureau van Voskuil helpt ook niet bij het inzien van de waarde van organisaties en kantoren. Hoofdpersoon Maarten Koning vindt zijn werk onzin, een baan om hoogopgeleiden van de straat te houden. Echt werk, dat is je schop in de grond zetten en groenten verbouwen.
Oeroud vak
Gelukkig heb ik zelf concreet werk bij de Fietsersbond. Achter de computer weliswaar, er groeit geen worteltje harder van, maar mijn werk als redacteur crossmedia is om mensen verhalen te vertellen, ze te amuseren en informeren, wat in wezen een oeroud vak is dat voorziet in een oerbehoefte en dus reuze zinnig. Bovendien hou ik mijn hele leven al verschrikkelijk veel van de fiets als ding en als middel.
POP’s en PAP’s
Pas moest ik er toch aan geloven. Als lid van de sollicitatiecommissie voor onze nieuwe teamhoofd Communicatie las ik aanbevelingen en strategieën van kandidaten voor de komende jaren en vroeg me af: Waar halen jullie dat vandaan? Wat weet ik niet wat jullie wel weten? Van de weeromstuit las ik een boek over communicatiestrategieën en werd eigenlijk vrij snel verlicht. ‘Argumenten zijn steeds minder doorslaggevend’, las ik. ‘Wat rationeel het beste is, hoeft helemaal niet motiverend te zijn’, en verder dat je mensen kon proberen te veranderen met een zweep, peen of preek. Je blijkt ook allerlei kleuren organisaties te hebben al dan niet met POP’s en PAP’s en al die dingen waar ik nooit een warm gevoel van krijg. Doe mij maar een kampvuur en ik ben niet de enige. Zie De corporate tribe.
Gouden tand of eigen kamer?
Toen ik eenmaal De corporate tribe had gekocht, heb ik dat andere boek over communicatie met geen vinger meer aangeraakt. De corporate tribe ziet er om te beginnen prachtig uit, met foto’s van een gamer, Indiase bruiloft, unheimische metro, monniken en een Japans rijstveld die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben. Weer eens wat anders dan louter organogrammen. En niet alleen de foto’s zijn beeldend. De taal is helder en concreet met sprekende voorbeelden die verbanden leggen tussen bedrijfsculturen en tribale samenlevingen. Bijvoorbeeld tussen Nomadische culturen en nomadisch werken. ‘Werken op afstand moeilijk? Nomaden doen het al eeuwenlang.’ Nomaden hebben geen prestigieuze huizen, net zoals nomadische werkers geen grote eigen kamers hebben waaraan je kunt zien wie directeur is en wie niet, maar statusverschillen moeten toch ergens zichtbaar in worden. Nomaden doen dat door dure kettingen te dragen of door zich gouden tanden aan te laten meten. Het prestige van nomadische werkers kan verhoogd worden door uitnodigingen voor exclusieve vergaderingen en bijeenkomsten. Tip uit De corporate tribe: bezuinig niet op feestelijke bijeenkomsten en dan klagen dat er niemand komt. Zorg dat medewerkers koste wat kost aanwezig willen zijn. Touaregs reizen weken voor een jaarlijkse bijeenkomst, dan moet het wel een beetje de moeite zijn.
De Hakadans van de Maori’s in Nieuw Zeeland waarin dansers hun kracht en leiderschap laten zien, illustreert in De corporate tribe de houding van een leider in Nederland. Waar herken je hem of haar aan? Hoe gedraagt hij of zij zich? In Azië is een leider introvert en kenmerkt zich door zelfbeheersing bij conflicten.
Rituele bureauverbranding
Antropologen Danielle Braun en Jitske Kramer laten zich inspireren door kantoorloze volkeren over de hele wereld om beter te begrijpen hoe culturen ontstaan, zich handhaven en veranderen. Hun verhaal gaat over kampvuren, bureaus van voormalige directeuren verbranden omdat niemand in zijn oude kamer durft te zitten, over hoe de fysieke ruimte ons gedrag beïnvloedt, wat je al in één oogopslag ziet als je een kantoor binnenloopt, en het gaat over voorouders, totems en het belang van het oprichtingsverhaal.
De belangrijkste boodschap is misschien: doe niet net of er geen cultuur is en de manier waarop wij werken en ons organiseren de enige mogelijke is. Leer van elkaar.
Voor mensen die ooit antropologie hebben gestudeerd (zoals ik) is het boek daarnaast ook een feest van herkenning. Haai Trobianders! Joehoe, joking relationship en hallo Dogon!