Edje als magnetronmaaltijd

Niks vaags. Het is een soort fysiotherapie, zegt de dierenarts. 
We hebben er nu al zestien magnetronsessies opzitten met Edje. Ok, magnetótron. Maar misschien kun je er ook wel maaltijden in opwarmen. De eerste week moeten we zes keer, de tweede week drie keer en nu zitten we op twee keer per week. 

Motorolie

We zijn goede bekenden geworden van de dierenartsen, assistenten, stagiaires en de tuinvrouw, die met haar actie op het erf van de dierenartsenpraktijk op een eerste plek mikt bij het NK tegelwippen.
Als we binnenkomen met Edje in zijn grote blauwe mand met kijkgaten, gaat de assistent ons routineus voor naar de magnetotronkamer, die tegelijkertijd opslagplek is voor motorolie, rollen vloerbedekking, een opklapbed, oude operatietafel, foto’s van een volleybalvereniging in de jaren tachtig, en bedankkaarten en -bloemen van baasjes van dode dieren. Ik schuif de mand met Edje binnen de behandelcirkel en daar gaan we.

Geen designstoelen

Nooit in het vijftigjarig bestaan van de praktijk heeft een interieurstylist of communicatieadviseur een voet over de drempel gezet. Ooit heeft iemand wel een troebel logo voor ze ontworpen. De boodschap is: het gaat ons om de dieren en als je met je gecoiffeerde poedel op designstoelen wil zitten rot je maar op. Goeie prioriteiten, want als unicum hebben ze wel een magnetotron.

De grootste luxe zijn de tijdschriften over honden en katten in de vensterbank.
Eerst zeiden ze: je kunt bijvoorbeeld boodschappen doen tot Edje gaar is uitbehandeld is, maar wij blijven er altijd bij. Vaak gaat de schuifdeur van de behandelkamer open: ‘O sorry.’ Een stagiair die iets wil pakken. Ik hoor de dierenarts voedingsadvies voor een oude hond geven. Iemand brengt een aangereden vogel. De stagiairs hebben het over e-bikes. Over een mentor: ‘Hij is wel een beetje popiejopie. ADHD heeft hij.’

Tandenloos

Edje draait in zijn blauwe mand zijn kop altijd mijn kant op. Dat waardeer ik. Ik vind het moeilijk te peilen in hoeverre hij van me houdt. Na veertien jaar samen ligt hij wel graag naast me op de bank. De dierenarts heeft foto’s van hem gemaakt en witte dingen aangewezen. Edje heeft een gekke nek en zijn heupkom is wiebelig. Zijn wervels zitten onder de artrose. ‘Ach’, zegt de dierenarts, ‘dat scheve tandenloze bekkie met die ene hoektand die uitsteekt.’

Meester in luiheid

De magnetotron als fysiotherapie

Eén keer was ik vergeten het apparaat aan te zetten. Ik keek naar de blokkerige getallen van het middeleeuws ogende apparaat en dacht: je kon toch ergens zien hoeveel tijd je nog moet? Dertig zag ik staan. Dertig minuten en ik zat al vijf minuten te lezen over kattentaal. Edje keek met grote, zwarte ogen door de spleten van de draagbox. Zou hij verschil merken? Doe ik dit uit liefde voor Edje of is het schuldgevoel omdat hij nou eenmaal onze verantwoordelijkheid is? Dat soort gedachten heb ik in die dertig minuten. Dat ik zijn haren overal niet zou missen, maar ook: katten zijn meesters in luiheid. Ik heb die lessen nodig.

Borsele

Alarm. De kerncentrale lekt. O nee, de Magnetotron is klaar.
Als ik met Edje in de bakfiets onze tuin in loop, rennen twee uitzinnige honden me tegemoet.
Op een rustige plek zet ik de vervoersbox neer en open het deksel voor Edje die terug naar zijn tentje achterin de tuin vlucht.
Maar hij heeft wel voor het eerst in tijden weer een muis gevangen.

NB: Lieve te rijke dus machtige mensen: ipv mij frivool kapot te procederen omdat je kind een kat in de magnetron stopt kun je beter direct je overtollige geld aan het dierenasiel in je eigen woonplaats geven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *