Bijzondere buren (7)

Mijn relatie was uit, vriendinnen kregen kinderen, mijn agenda was leeg. Een paar huizen verder had Anja ook een lege agenda. Ze was bij haar vriend in Utrecht ingetrokken, maar haar werk, vrienden en kennissen zaten in Arnhem. De eerste afspraak was op haar initiatief naar de film. De klik was dat we allebei van kunst en cultuur hielden. Verder was ze 10 jaar ouder en had drie katten, Siamezen. Haar huis stonk altijd naar kattenpies. Volgens haar hoorde dat wildplassen bij Siamezen. Hoe de drie katten naar me keken was precies hoe Anja naar me keek. Nooit knikte ze of lachte ze om mijn grapjes. Hooguit zei ze ‘hm,hm’ om duidelijk te maken dat ze er het hare van dacht. Ze zei zonder aanleiding: ‘ik vind gespierde vrouwen niet mooi’, terwijl ik gespierd was. Maar ook nadat ik verhuisd was bleven we elkaar zien. Daar waren we nu eenmaal mee begonnen. Er was nog steeds ruimte in de agenda. We gingen zelfs een keer samen met de bus naar de Biënnale in Venetië. 

Lelijke bleekneusjes

Na een jaar kreeg Anja een geheime minnaar in Arnhem. Ze belde me op een dag of het goed was als ze tegen haar vriend zei dat ze bij mij bleef slapen, of ik dekmantel wilde zijn. In werkelijkheid was ze bij haar minnaar. Ze verzweeg wel meer. Zo vertelde ze mij wel dat ze met de pil was gestopt, maar haar minnaar wist van niks. Met haar vriend wilde ze absoluut geen lelijke bleekneusjes op de wereld zetten, maar dubbelbloed kinderen met haar Afghaanse minnaar zag ze wel zitten.
Een relatiebreuk was onafwendbaar en Anja verhuisde terug naar Arnhem. Ze nam van alles mee uit haar oude huis, kasten vol boeken die ze nooit meer zou lezen, kisten met brieven, meubels met een lange geschiedenis, wandkleden, schilderijen, alleen haar katten niet. Die bracht ze plompverloren naar het asiel. Toen ik ernaar vroeg zei ze: ‘Ik wil niet dat mijn nieuwe bank weer naar pies gaat ruiken en al die haren overal.’ Ze had kunnen zeggen: ‘Ik vind het vreselijk om ze weg te doen, heb er nachten wakker van gelegen, zó gehuild, maar mijn minnaar haat katten.’
Zelfs als het niet waar was.
Het nieuwe huis rook niet meer naar kattenpies, maar naar verraad.

Plasplek


Ondertussen kreeg ik een relatie met W. ‘Hm, hm’, was Anja’s reactie. Mijn agenda stond bomvol. W. was theaterrecensent en ik zat dag en nacht in schouwburgen, theaters en toneelschuren. Goede stukken, slechte stukken, in Rotterdam, Arnhem, Utrecht, Maastricht en vooral veel Amsterdam.
We mailden, Anja en ik, over haar minnaar, mijn vriend, films die we zagen, boeken die we lazen. Op een dag kreeg ik een uitmaakmail. Anja vond dat ik veranderd was. ‘Ik dacht dat je niet van theater hield en nu ga je met W. ineens wel.’
De laatste foto’s die ik van haar heb zijn van mijn verjaardag. Haar stoel staat dichtbij de deur, ze zit kaarsrecht te spieden, als een Siamese kat op zoek naar een plasplek.
Veel later kreeg ik een verzoenend kaartje waarmee ze waarschijnlijk haar karma wilde redden: ‘Het ga je goed.’ Ik aarzelde of ik nog een laatste woord zou schrijven, draaide het kaartje drie, vier keer om, maar zag nergens een replyknop. Het was mooi geweest.

Eén gedachte over “Bijzondere buren (7)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *