W. wilde op tijd zijn. W. wilde heel erg op tijd zijn. Ik zei: er staat 20.30 op het kaartje. Die dingen beginnen toch altijd later dan aangekondigd.
We aten vroeg. In Groningen. Bij een Italiaan. Voor het toetje hadden we geen tijd. We liepen de eerste passen richting Oosterpoort toen ik me realiseerde: ‘De kaarten liggen nog in het hotel.’
W. vloekte. Ik dacht aan dingen die erger zijn: brand, dood, oorlog.
Om vijf voor halfnegen spurtten we klotsend de Oosterpoort binnen. Het was heel rustig. Ik wilde W. al in zijn gezicht uitlachen tot bleek dat 75% van de mensen al lang en breed in de zaal zat. Er was wel plaats, maar in de flanken. Natuurlijk was Rufus Wainwright goed, virtuoos, maar het was toch een beetje alsof we in de kamer naast het leuke feestje zaten.
De volgende keer als ik naar een concert ga weet ik hoe het werkt. Twee uur van te voren met een matje voor de deur. Ik ga fanboeken maken, roepen dat Rufus beautiful is, me aan de touringbus vastketenen en naar voren hollen voor de toegiften.
(Opgevangen in de trein naar Groningen: Rufus heeft een relatie met een operazanger in Berlijn, woont beurtelings in Berlijn en New York, heeft een relatie gehad met de zanger van The Killings of zoiets en nog een paar hete roddels waar ik mijn vingers niet aan wil branden.)