Wij/zij in de trein

Met eerste klas kaartjes treinden we naar Amsterdam, alwaar Mug met de gouden tand Mug Inn speelde. Over wij/zij ging het. Gelukkig zaten we in het zaaltje met allemaal ‘wij’. Het publiek bestuderend viel me op: Leuk jurkje, geinige kop, ken ik die niet ergens van? Met een beetje inspanning zouden we allemaal vrienden kunnen worden.
Maar helemaal ‘wij’ was het natuurlijk niet. W. en ik kwamen tenslotte wel uit het verre Utrecht. En moesten terug. W. voelde nattigheid toen op de borden werd aangekondigd dat in Duivendrecht een extra stop werd gemaakt.
Het perron zag oranje. Gejoel en geschreeuw. Wel minder gejoel dan ik had gedacht, maar in elk geval te veel mensen voor één trein.
‘Heuj, is dit eerste klas?’, brulde de eerste. Twee seconden later waren ze overal. Ik keek verstoord van ze weg en wisselde een veelbetekenende blik met W.. Dacht dingen als: de dictatuur van de massa en recreatiedwang. ‘Michiel van Erp’, siste ik tegen W. want wij hadden de documentaire Pretpark Nederland gezien en bovendien stond Michiel van Erp ook in de voorstelling die we net gezien hadden.
Een typisch eersteklas stel stiefelde langs. Voor hen was geen plaats meer.
‘Wat staat hier. Ik lees sie-len-se’, klonk het een bank verder.
‘Wat een saaie trein is dit. Het is hier echt stil.’ Iemand klepperde met de prullenbak.
Naast ons was het inderdaad heel stil. Een man met grijs haar en oranje sokken keek bedremmeld naar zijn handen. Tegenover hem zat een jongen met een nerdbril driftig te sms-en. Aan de overkant van het gangpad zaten identieke mannen. Summier bespraken ze de optie ’taxi’. Ik hoopte dat ze tijdens de wedstrijd meer lol samen hadden gehad. Maar ernaar vragen deed ik niet.
Daar was het te laat voor.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *