Niemandsland


Ik heb goeie argumenten niet in Amsterdam te willen wonen. Bv omdat je dan in interregionaal gezelschap gaat zeggen: ‘dan loop je toch even naar het Spui.’ En omdat je denkt dat je je kengetal niet bij je telefoonnummer hoeft te noemen en je ervan uitgaat dat iedereen snapt dat je met ‘hier’ Amsterdam bedoelt (sorry K.M., jij weet hoe snel dat kan gaan).
In elk geval: de belangrijkste reden om toch te verkassen is Theatercafé De Blincker. Waarom heeft Utrecht niet zoiets? Veel plekken waar acteurs komen hebben iets word-ik-wel-gezien-erigs, maar daar heb je hier geen last van. (De meeste bezoekers zien er trouwens wel uit of ze acteurs hadden kunnen zijn, maar ze zijn het niet.)
Het eten is fantastisch en op de bovenverdieping waan je je in de jungle met al die fantastische sliertplanten. Na een week (te) hard werken daalde ik eindelijk neer in een niemandsland met gedachten over alles en niks. Ik dacht bijvoorbeeld aan 1984 toen ik in Kampen op de kunstacademie zat en als ik naar mijn ouders ging de bus pakte. Ik deed er vier uur over (overstappen in Lelystad en Amsterdam Amstel) om in Rozenburg NH (op de landingsbaan van Schiphol zeg maar) te komen. Als ik een ‘gunstige’ aansluiting had 3,5 uur.
Neus tegen de ruit en kijken, kijken, kijken.
Als er een bus was geweest die er zeven uur over had gedaan had ik die gepakt.
Daar dacht ik aan in de Blincker en ik had nog veel verder in die gedachten kunnen verzinken, maar toen begon de voorstelling.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *