Veel vrienden en familieleden zien twitter als iets voor zielepietjes, een rare manier van tijd wegspoelen en exhibitionistisch. Een andere schroef van mijn generatie is dat ze (we) in de jaren tachtig hebben geleerd dat op kledingmerken letten een rechtse hobby is. Merken kosten extra geld. Je moet de dingen waarderen om wat ze op zichzelf zijn, niet om hun hokje. Dat is een mooie gedachte, maar tijdrovend. Een merk is een soort favoriete winkel. Als je die hebt hoef je niet meer de hele stad door.
Blinde merkenliefde maakt wel vatbaar voor misbruik en kleren van de keizer. Toen ik Marktplaats bestormde op zoek naar een stalamp was ik een gewaarschuwd mens. ‘Vloerlamp, design’ tikte ik in op Marktplaats. ‘Design’ is op Marktplaats ruwweg alles waar het merk van bekend is (Gamma bijvoorbeeld), dat geen tierelantijnen heeft en/of wit is. Mijn ambities waren laag. Ik zocht een niet afzichtelijke lamp waar ik bij kon lezen. Dat de lamp waar ik bij uitkwam in 1970 het licht zag en gaf en van Vitra was, zei me niet zoveel en toen ik er een uur voor in de file stond naar Baarn bezwoor ik mezelf dat ik voortaan gewoon naar de tweedehandswinkel in de stad ging.
Maar hij is mooi, deze sierlijke zaklamp op ranke staander. En dat zo’n toevallig in huis verzeild ding dan ook nog een sterk merk heeft, brengt me in een Tussen Kunst & Kitsch-like staat van zijn. Ik zie me zo bij Nelleke van der Krogt aan tafel zitten terwijl mijn lamp voor onze ogen – en die van het rijkelijk toegestroomde publiek – op een plateau ronddraait. ‘Wel een deukje, maar verder nog in prachtige staat. En mag ik vragen wat u ervoor heeft betaald?’
‘Twintig euro.’
En dat Nelleke dan van haar stoel valt.
Ik van mijn stoel.
Wat een goeie troostkoop in alle opzichten.
Val.
Ik val van mijn stoel.
Dat was het.