Joops kijk op mij

Ik dacht: wij kopen een kattenluikje want dan zijn Joop en Hannes niet meer zo afhankelijk van ons als ze naar buiten willen. Hannes gedroeg zich conform die gedachtengang, liep blij in en uit, maar Joop dus niet. Joop rook eens aan het luikje, vond het naar Hannes stinken en draaide het de rug toe. Hij glipte de deur uit toen ik de vuilniszak pakte. Vervolgens ging hij op het tafeltje buiten zitten mauwen. Joop, riep ik, Joop, terwijl ik naar het luikje wees. Ik ook nog op mijn knieën voor het luikje, arm erdoorheen en wapperen. Roepen en wapperen. Joop mauwde er geen milibel minder om.
En ineens snapte ik hem. Ik zeg niet dat ik met katten kan spreken, maar ik zag hem gewoon denken: ik kruip toch niet door zo’n malle opening als jij ook die deur voor me open kan doen.
Hij voelt zich helemaal niet afhankelijk van mij.
Hij vindt me traag van begrip.

2 gedachten over “Joops kijk op mij

  1. voor joop bén je dat ook, hoor, traag van begrip.
    ’t is een ouwe vraag, ‘waartoe zijn wij op aarde?’
    er zijn allerlei antwoorden mogelijk, maar niemand leek zo zeker van zijn zaak als mijn kat toen hij mij bijbracht wat – volgens hem – het enige juiste antwoord is: mensen zijn op aarde om het leven van hun katten te veraangenamen.

    wist je dat nog niet? 🙂

    jonneke

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *