Dampende paardenworst

slagerspaardenworstOver belevenis gesproken. En over paardenworst dus. Omdat je geen tv aan kan zetten, geen krant op kan swipen of het gaat over paardenworst, kreeg ik steeds meer trek. De slager in het winkelcentrum had het wel, maar is met de noorderzon vertrokken. Dus moest ik er helemaal voor naar Lombok, Utrecht, naar paardenslager Wim van Beek.

Zelf is Wim van Beek een paar jaar geleden overleden, maar vrouw en dochter hebben het overgenomen. Het was druk in de kleine, sobere winkel met als enige uitspatting een schilderijtje van een paard en een portret van – neem ik aan – Wim van Beek. In de vitrine lagen betrekkelijk weinig soorten vlees. ‘Ossenworst’ las ik. Een stuk of wat paardenbiefstukken hadden ze ook. ‘Komen jullie allemaal voor de worst?’, vroeg een van de twee vrouwen. We moesten nog even geduld hebben. Nadat we een stukje verse paardenworst (neem ik aan) hadden gekregen, werd een badkuip met dampende grote jongens binnengereden. ‘ Lusten jullie het zelf ook nog?’, vroeg een klant. ‘Nou en of’, zei de vrouw van wijlen Wim. ‘Je wilt niet weten hoe graag.’ Ik durfde niet te vragen hoeveel kilo paard ze per vrouw per week aten. Zelf liet ik het bij één knoeperd van een worst van 13 euro. Toen ik thuiskwam was hij nog steeds warm. En erg lekker.
Dagblad Trouw bezocht de slager in Utrecht eerder deze maand ook. ‘Supermarktpaard smaakt niet lekker’ 

paardenslager

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *