Zonder zondagse kleren was ik nog in de Heer

Grote kans dat ik nog in de Heer was geweest als ik geen zondagse kleren had moeten dragen. Ik herinner mij één setje in het bijzonder: een bordeauxrode lamswollen trui met een rood/groen geruite broek. Ik kreeg al koorts als ik ernaar keek, maar ik realiseerde me niet dat je ook een leven zonder wol (en zonder God) kon leiden. Ik probeerde zo stil mogelijk te blijven zitten. Armen uit elkaar, benen uit elkaar, vingers gespreid, om zo min mogelijk contact te maken met mijzelf en mijn kleren.

Nagelriemen
Thuis ging het wel, als ik me verloor in het een of andere boek. Maar in de kerkdiensten was weinig afleiding van de wol. De belangrijkste boodschap was al wel duidelijk en nagelriemen terugduwen en de circusact ringvingers over pinken buigen zonder met de andere hand te helpen (!) waren in een kwartier gepiept.

Olifant
Op zo’n zondag in wollen kleren was ik louter geïrriteerde huid, hoorde niks, zag niks. Als er een paarse olifant op de preekstoel stond, zou ik het niet merken.
Van de begrafenis van mijn oma weet ik weinig meer dan dat ik een groen-geruite quiltrok droeg op een synthetische rode panty die het effect van de wol nog leek te versterken. Het is de enige begrafenis waarop ik geen traan gelaten heb. Al mijn gevoel zat in de wol.

Isabel Marant
Het duurde vrij lang voor ik het verband tussen wol en jeuk doorhad en wol van mijn lijstje schrapte.  Voorgoed? Neen. Eens in de zoveel tijd probeer ik het weer. Zo zie ik mij in 2004 nog zó stokstijf op een feestje staan in een prachtige, peperdure, maar wollen jurk van Isabel Marant.

Pure jeugdnostalgie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *