Weer een traditie om zeep geholpen

Ineens waren ze er niet meer. Stiekem hoopte ik mijn leven lang in diezelfde ideale notitieblokken geniale invallen op te tekenen. Soepel jasje, vrolijke gekleurde tabbladen. Vijf jaar geleden op een stralende maandagmiddag bij de V&D ontdekt. Daarvòòr schreef ik op te grote A4-blokken van de Hema, waar ik nog wel een paar doosjes (volgeschreven) van heb staan.
Toch zijn er mensen op deze wereld die geen boodschap hebben aan mijn notitieblokken.
Onder mijn raam rukken zingende en fluitende steigerbouwers op. Ik verschuif het scherm zodat het aan hun zicht onttrokken wordt. ‘Nog drie meter Ronnie’, hoor ik er één roepen.
Tegen mensen op de grond: ‘Je kunt tegen mij wel te keer gaan, maar wij worden ook maar gestuurd.’
‘Maar ik kom daar helemaal niet. Dat spreken wij af.’
Ik buig me naar het raam. Op de stoep staan buren, de man die vogeltjes kijkt (alleen maar vogeltjes) en zijn vrouw. Als ze weg zijn, zegt de steigerbouwer die ik nog steeds alleen op zijn kruin heb gezien: ‘Als ik het aan mijn hart krijg, nou. Dat meen ik echt.’
Even later staat de man behangen met mijnwerkersmateriaal naast mijn bureaulamp ijzeren pijpen op elkaar te timmeren. Net als ik een te grote slok thee heb genomen kijkt hij naar binnen. Ik sluip snel naar de gang om mijn haar te doen. Hij zal het eens echt aan zijn hart krijgen.
Het goede nieuws is dat de stress over de notitieblokken nagenoeg weg is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *