Sommige mensen doorgronden anderen in één oogopslag (met filmpje)

 Deze snikhete, gortdroge zomer liep ik vast op de eerste ontmoeting tussen mijn hoofdpersonen: Iris en Katja. Het draaide om de vraag: Wat viel ze op toen ze elkaar voor het allereerst zagen?
Iris zit op de trap bij het stadhuis en Katja loopt langs.
Iris komt onbewogen en kalm over en is makkelijk over het hoofd te zien. Ze is afwezig, gestold in een andere tijd en op een andere plaats.
Katja is een charismatische persoonlijkheid die als ze een kamer binnenstapt niets hoeft te doen om alle aandacht naar zich toe te trekken. Ik gaf haar Brezjnevwenkbrauwen, te zwaar voor tengere lichaam, waardoor ze iets van een stripfiguur heeft en al haar emoties uitvergroot worden. Ze heeft knallende, altijd alerte blauwe ogen.

Het was wee en vals 

Ik schreef en ik schreef. Steeds was hun eerste ontmoeting een soort liefde op het eerste gezicht en konden ze hun ogen niet van elkaar afhouden, zo bijzonder vonden ze elkaar. Uit de kleinste details trokken ze verregaande conclusies over de anders unieke persoonlijkheid.
Ik bleef maar schrijven en schrappen. Vetter, gedetailleerder, dan weer subtieler, maar het bleef wee, het was vals, ik kreeg er een vieze smaak van in mijn mond. Het duurde tijden voor ik zag wat er mis aan was.

Sommige mensen zeggen dat ze anderen in één oogopslag doorgronden. Ik geloof daar niet in. Als ik met de hond wandel, heb ik wel vijf tot twintig eerste ontmoetingen op een dag. Vaak groet ik. Soms aarzel ik omdat de man of vrouw die mij tegemoet komt korzelig kijkt en in zichzelf verzonken lijkt, maar als ik toch groet, licht zo’n gezicht helemaal op en zie ik een ander mens. (Uitgezonderd hardlopers met oordopjes.)  Ik geloof niet in een eerste oogopslag. 

Een eerste blik is een fruitvliegje

Toen ik nóg jonger was en op zoek, heb ik in treinen en op straat ook bijzondere eerste blikken proberen te vangen, maar ik ben ze allemaal vergeten en ze hebben nooit een vervolg gekregen. Een eerste blik is helemaal niks, een fruitvliegje, als hij niet leidt tot contact, een gesprek, een volgende afspraak, en dan kun je later die eerste blik altijd nog een lading geven die hij eerst niet had. Dat wel. Dat is altijd leuk, ook voor Iris en Katja, en verre van wee of vals.
Ze vonden elkaar trouwens niet fantastisch, dat eerste ogenblik. Ze vonden elkaar raar, maar dat is vaak het begin van iets moois. 

Dus laat ik Iris en Katja nu jaren later terugblikken op die eerste ontmoeting waar verschillende versies van zijn, waar door de tijd stukjes uit verdwijnen (de kauwgum in Iris’ haar, de lucht van kots in steegjes en een stukgeslagen fietslamp) en waar anderzijds van alles bijgeplakt wordt (een onvervangbare verdwenen kroeg, Drenten en iemand die door een stoel zakt). Alleen de oranje boa blijft eeuwig bestaan.

 

Iris en Katja ontmoeten elkaar op 21 juni 1988, de dag dat Nederland Duitsland verslaat op de WK. ‘Holland, Holland’, galmen de Utrechtse grachten. Iris zit met een enorme oranje boa om haar hals op de trap van het stadhuis en Katja loopt daar langs met haar vriend en zijn tweelingbroer. Wat is hun eerste indruk?

https://www.youtube.com/watch?v=19GsZzNvKjo

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *