#mijneerstefiets de splijtzwamfiets

Mijn broers en zus stoppen hun oren dicht als ik begin over mijn allereerste fiets, een driewieler. Soms lopen ze briesend weg en slaan de deur achter zich dicht. In de jaren dat mijn vader begon te dementeren kwamen drie onderwerpen onafgebroken terug: 1. hoe verloren hij zich als tienjarige voelde na de dood van zijn moeder; 2. dat hij lang vóór de oprichting van de Vereniging van Computergebruikende Predikanten de eerste dominee was die vanaf een laptop preekte en; 3. dat ik zo blij was geweest met mijn driewieler dat hij zelfs mee naar bed moest.
Kon niet anders, daar moest ik een foto van hebben voor de campagne #mijneerstefiets van de Fietsersbond.

Luchtdicht regenpak

Maar eigenlijk zocht ik een foto van de groene meegroeifiets waarop ik vier á vijf edities van de Drentse Rijwielvierdaagse succesvol afrondde. Daar had ik eigen herinneringen aan. Had ik niet ook nog een bordeauxrood tweedehandsje gehad? Of anders een foto van mijzelf met de bruine Gazelle met versnellingen waarop ik dagelijks 13 kilometer heen en terug naar de middelbare school fietste? Ik wist het zeker, van die Drentse Rijwielvierdaagse waren eindeloos foto’s gemaakt. Ik zag de fiets zo voor me, bosgroen was hij, onder de snelbinders had ik een knalgeel regenpak van plastic dat geen molecuul zuurstof doorliet en voorop zat een rood/wit rieten poppenzitje met Jenet. Ik droeg een gestreept beige/bruin truitje, #mijneerstebril en rare rode sokken met stippen in bruine sandalen. Mijn tuinbroek had mijn moeder zelf gemaakt van een stof met wol, een soort prikkeldraad, en de voering die ze erin had gezet, scheurde steeds.

schrijver op driewieler in de sneeuw
De driewieler die een splijtzwam werd in onze familie

Een geheugen hebben is leuk. De ene herinnering roept de andere op. Maar die foto waarvan ik zeker wist dat hij bestond, was er niet. Ik zat op klimrekken en op schommels, at pannenkoeken, rolschaatste de wereld rond, lag languit met een boterham met hagelslag in de hei, maar nergens was ook maar in de verte een fiets te bekennen.

Ik vroeg het mijn moeder. Die wist helemaal niets van een groene meegroeifiets en ook niet of daar ooit foto’s van waren gemaakt.
‘Maar jij was zo blij met je driewieler’, zei ze. ‘Je had het er al weken over want je had een ander kind met een driewieler gezien en toen we in een winkel met driewielers waren geweest, hield je er niet over op. Als we gingen eten moest hij naast je stoel staan en als je ging slapen droegen we hem mee naar boven want je wilde alleen maar gaan slapen als je driewieler naast je bed stond.’

Onvergetelijk.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *