Locatie, locatie, locatie (van je boek)

Foto: Ik, Roger (m) en Made in de warung van Made

Het sanitair van de haven van Workum

In de tijd dat ik boek 2 schreef wilde ik per se weten hoe het sanitair van de haven in Workum eruit zag, hoe oud het gebouw was, wat voor deuren en ramen erin zaten, en hoe de haven erbij lag. Ik stond op het punt naar Workum af te reizen toen ik tijdens een masterclass aan schrijver Thomas Verbogt vroeg: is het belangrijk dat locaties kloppen? Hij vond van niet. Hij schreef al jaren columns waarin door Nijmegen trams reden. 
Het sanitair van de haven van Workum heeft het boek niet eens gehaald. 
Maar ik spit graag voor mijn boek, koop op Funda virtuele huizen en leen hoofden van acteurs en levenslopen voor personages. Ik denk dat spitten ergens goed voor is. Montessorischool was echt iets voor mij geweest. Wat ik daarover heb gehoord is dat je, als je een fascinatie voor paarden hebt, helemaal los mag gaan op alles wat over paarden gaat. Rekenen: paarden tellen. Taal: opstel over maneges. Engels: I ride a horse, you ride a horse, she rides a horse. Geschiedenis: Hoe was het contact tussen mens en paard door de eeuwen heen? Aardrijkskunde: Waar komen paarden vandaan? In plaats van het reguliere beetje-van-dit-beetje-van-dat-onderwijs. 

Bali op film

Niet alles is mooi op Bali

Boek 3 speelt op Bali. Ik weet niet precies wat ik ervan moet/wil weten om mijn boek te schrijven. Ik ga geen reisgids schrijven met tips voor de beste restaurants. Het scheelt dat ik er geweest ben. Ik heb een basis, weet hoe het voelt om er te zijn. Ik wroet in mijn geheugen, zoek naar context. 
Twee weken geleden was ik in het Eye Collectiecentrum in Amsterdam-Noord (waar een Albert Heijn zit die van onder tot boven vol is gestouwd met alles wat scholieren willen kopen) en zag daar Bali, de morgen van de wereld van Rien Hagen. Een film uit 2003, maar gemaakt op basis van oud zwart/wit filmmateriaal. Het zag er heel etnografisch uit, dat wil zeggen: alsof de hoofdrolspelers geen mensen van vlees en bloed waren die je in de supermarkt tegen zou kunnen komen. Vervreemdend. Dispropotioneel veel jonge Balinese vrouwen met blote borsten. Die werden nou eenmaal veel gefilmd. Daarvoor kwamen Westerlingen naar Bali. Maar door de film schoot me ook weer van alles te binnen. Met name de levende vogelverschrikkers die de hele dag in de velden zaten in uitkijkhutjes en die aan draadjes met witte vlaggetjes eraan trokken als vogels de rijst op wilde eten. 
Als toetje keek ik Bali, eiland der goden van Nikola Drakulic uit 1951. 
Andere koek in elk geval dan die enorme diarree van filmpjes op youtube over Bali van influencers die met draaiende camera tempels en binnenplaatsen bestormen en duimpjes gevende Balinezen vastleggen. 
Realisme en toerisme vormen altijd een lastige combinatie. Een verademing vond ik een prozaïsch tochtje op youtube langs de ‘krottenwijken’ van Singaraja in Noord-Bali. Volgens mij zijn dat gewoon buitenwijken. Dat is het gewone leven. 

Bali in boeken

Ik doe maar wat, google hier, google daar. Kijk op google maps. Ik ontdekte dat ik een expositie uit 2021 had gemist van het Wereldmuseum: Bali, behind the scenes.  
Een voltreffer is het kinderboek I bontot en I Koese uit 1958 van de Nederlandse schrijver en dichter Jef Last en de Balinese schrijver Pandji Tisna over twee Balinese jongens die bevriend raken. De bibliotheek heeft het uit het magazijn gehaald voor me.  I Bontot is een ambitieuze dorpsjongen en I Koese een dromerige graaf. De jongens spiezen slangen, koesteren hanen voor hanengevechten, maken vliegers en gaan naar de nieuwe dorpsschool. Spannend, maar wat me vooral opviel was dat het nergens racistisch wordt of badinerend is tegenover de Balinese cultuur. Soms beetje oubollige beschrijvingen van bijzonder mooie Balinese meisjes, die altijd lekker ruiken natuurlijk, maar hee, 1958. Van Pandji Tisna, koning en vroege ontwikkelaar van toerisme in Noord-Bali, heb ik via Amazon ook het boek The rape of Sukreni besteld. Verwachte leverdatum: december 2025. 
Als je over Bali schrijft kun je niet om kolonialisme heen. Bali is geen paradijs met spirituele dansers en apolitieke houtsnijders, natuurlijk niet. Dat beeld is door Westerlingen geconstrueerd. Er leven gewone mensen die flink te lijden hebben gehad van het kolonialisme. Zie De strijd om Bali van Anne Lot Hoek. Dat moet ik weten vind ik, precies daarom zoek ik naar context.

Dankzij de speurtochten weet ik alvast wel dat Lovina Beach de hoofdlocatie wordt. 

Femme fatallerig

Ik had ook graag ex R., met wie ik antropologisch onderzoek heb gedaan op Bali, gesproken, maar zijn vrouw heeft na dertig jaar nog steeds het contactverbod niet opgeheven. Ik voel me nu heel femme fatallerig. 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *