Leven is laveren langs enge mensen en honden

enge honden

Als kind speurde ik de weg af naar groepjes verveelde kinderen die je uitlachten en kaalplukten. Als volwassene wilde ik hooguit nog wel eens een steegje inspringen om een bijtijds gespotte kennis te ontlopen. Maar sinds ik een hond heb, ben ik helemaal terug bij af. Ik scan de omgeving op:
A hond D., een maffiabaas die in zijn eentje een hele dierenartspraktijk draaiende houdt met de verwondingen die hij toedient. Rufus grijpt hij niet, want dat is een gabber, maar wel vaak een hond die naast Rufus loopt.
B. De Groenendaler, waarvan ik de naam niet weet, die waarschijnlijk een tumor heeft en zonder aanleiding willekeurige honden pakt. Hij is nu twee keer op Rufus gedoken.
C. Mensen met meer dan één hond. Honden in een roedel willen intimideren. Het zijn hangjongeren die in het voorbijgaan in je gezicht spugen en erop los timmeren als je daar iets van durft te zeggen.
D. Grote vechthonden, ongezellige herders en Rottweilers.

Bazen van bepaalde rassen worden altijd heel verdrietig als je zegt dat je hun soort wantrouwt, want hun hond is de liefste van de hele wereld en hij wordt gediscrimineerd. Of ze zeggen: ‘die kleine hondjes beginnen altijd.’
Feit is dat de engste hond in onze wijk met stip een gefustreerde, veel te dikke rottweiler is. Hij hoort bij een familie van korte, veel te dikke mediterrane types die zelf ook met het dier in de maag zitten. Dat er iets vreselijk mis was met het beest bleek al uit de panische blikken van de kinderen toen ik ze de eerste keer tegemoet liep. De hond zit altijd aan de lijn, maar hij is te sterk voor de kinderen en de vrouw. Hij valt gegarandeerd uit. Een keer viel hij W. aan tot die op de grond lag. De Rottweiler kon net zijn tanden niet in Rufus zetten. Toen W. overeind gekrabbeld was, zei hij behoorlijk kalm: ‘Ga eens op cursus.’
Maar daar heeft die man niet zo’n hond voor genomen natuurlijk.

Check

Maar ok, op ras beoordelen heeft iets primitiefs en racistisch. Een doorgewinterd hondenkenner kan aan de taal van een hond zien of hij kwaad in de zin heeft. Symtomen: ‘De oren staan naar achter, het hoofd staat recht naar voor, de pupillen zijn vernauwd maar doordringend en de staart is recht. Hij toont zijn tanden, hapt met zijn kaak en gromt of blaft op een zeer dreigende manier. De haren op de rug staan recht omhoog.’
Waar je al die symptomen rustig af kan vinken voordat je hond of kuit op is, is weer een ander ding.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *