Lang leven mijn lenzen

Sommige van mijn beste vrienden denken dat ik een enorm koopbelust typetje ben dat regelmatig tot sluitingstijd met de tong op de schoenen de winkels leegkoopt om op een gevaarlijk met tassen volgehangen fiets naar huis te rijden. Dat ik mijn blog ‘De koopende mensch’ heb genoemd, draagt natuurlijk bij aan die beeldvorming.
In feite wik en weeg ik dagen voor ik iets koop. De lol zit in de weg ernaartoe. Het ontdekken van de verschijningsvormen, de mogelijke materialen, de kitsch, de kunst, het ambacht. Voor mij is het net zo fascinerend om de wereld van de tassen in te duiken als de wereld van de ventilators, wasknijpers, sokken, fototoestellen of meubelstoffeerders. Of transportrekken voor fietsen.
Maar sommige werelden laten zich niet kennen. De wereld van de lenzen bijvoorbeeld. De koper van lenzen is aan de goden overgeleverd. Ik heb me de afgelopen drie jaar aan de lenzenwereld proberen te onttrekken door niet naar controles te gaan, maar de laatste maanden werd ik heel snel moe en kreeg hoofdpijn van de computer. Er was geen ontkomen aan. Ik was huiverig om weer naar Lens terug te gaan, de zaak die mijn lenzen in 1997 aangemeten had. Ze waren net een halfjaartje gestopt met hun niet aflatende stroom herinneringskaarten voor controles en waarschuwingen dat mijn jaarkaart verlopen was.
Rondsurfend las ik dat 80% van de klanten trouw blijft aan zijn opticien en dat snap ik wel. Hoe moet je de verschillen beoordelen? Ik heb weleens een goedkopere zaak gehad, maar daar maten ze me lenzen aan die zich vastzogen op mijn oog en toen ik daar over klaagde, zei de lenzenspecialist (die alleen op dinsdagmiddag van 13.00 tot 15.00 ofzoiets aanwezig was) dat de lenzen volgens zijn metingen toch echt goed waren en dat ik de volgende keer als die lens vastgezogen zat maar eens naar de winkel moest komen.
En toen kwam ik dus bij Lens. Geen klachten, maar ze zijn zo zakelijk. Zo beleefd. Met hun witte inrichting, paarse handdoekjes en design wachthoek met uitzicht op de Dom (echt mooi hoor, maar wel clean). Ze vertellen nooit leuke details over lenzen en gekke klanten. Nooit iets onverwachts.
En duur.
Ik zei: ‘Als ik naar die en die ga, betaal ik 185 en hier kost het 320. Hoe kan dat.’
En nu heb ik 250 betaald.
Toen mijn ogen werden opgemeten stelde ik wat vragen. Wat de afwijking was ten opzichte van mijn oude lenzen en of dat veel was, bijvoorbeeld. ‘Sommige mensen krijgen er last van,’ zei de vriendelijke jongen.
Wat het verschil was tussen het materiaal waarvan mijn oude lenzen gemaakt waren en dat van mijn nieuwe. ‘De nieuwe zijn blauw.’
Een gepassioneerd verhaal over de ontwikkelingen in de lenzenkunde wilde ik, wetenschappelijke inzichten, uitleg over de nieuwste meetapparatuur enzovoort, maar daar kon ik dus mooi naar fluiten. Optometristen zijn geen spoorwerkers.
Wel heb ik geweldige lenzen. Vandaar dit lange stukje. Ik ga vandaag de godganse dag naar mijn beeldscherm turen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *