De zak textielafval loert naar mijn Balinese feestblouse

ik in sarongIn 1991 zat ik een half jaar met ex R. op Bali om een wetenschappelijk volstrekt onverantwoord afstudeeronderzoek naar toerisme te doen. Het grootste deel van de tijd zaten we in Saba, een klein plaatsje dat alleen met een dodenrit achterop de brommer vanuit Blahbatuh te bereiken was.
Ik geloof dat we een vergelijking wilden maken tussen (iets) grootschalig(er) toerisme in Lovina en kleinschalig toerisme in Saba. Eerlijk gezegd was het kleinschalig toerisme in Saba zo klein dat we op een sporadische spirituele Zweed na de enige niet-Balinezen in het dorp waren.

Broek over het hoofd
We liepen dat half jaar tempel in tempel uit. Elke dag was een speciale dag. Ik leerde dat een sarong omdoen een kunst was. De eerste tijd werd er volop om ons gegniffeld, alsof we een broek over ons hoofd hadden aangetrokken. Een sarong moet strak, heel strak, leerden we. We hadden niet erg veel omhanden. Toen op het (zwarte) strand een paar zeldzame lontarpalmen door een rivier overstroomd dreigden te worden, greep ex R. in. Hij pakte een ding dat op gereedschap leek en groef een sleuf waardoor de rivier naar de zee moest vloeien.

Ex R. redt lontarpalmen, al dan niet geestelijk bijgestaan door de bewoners van Saba.
Ex R. redt lontarpalmen, al dan niet geestelijk bijgestaan door de bewoners van Saba. (Verstandig trouwens, die helm)

Ceremonieel watergespetter
Maar dat ging dus zomaar niet. Het dorpshoofd kwam persoonlijk op zijn brommer naar ons toe. Direct stoppen. We moesten de goden eerst toestemming vragen om de loop van de rivier  te mogen verleggen. Het fijne aan het Balinese Hindoeïsme is dat het een doe-religie is waar je ten allen tijde doorheen mag praten. Wat vrolijk watergespetter van een priester met ons in sarong in een tempel en klaar waren we.

Blouse op maat
Na een paar maanden de strakke sarong te hebben gecombineerd met een vaal shirt, stapte ik naar een kleermaakster in het dorp. Voor het eerst en het laatst in mijn leven kreeg ik een op maat gemaakte blouse. Prachtig. Betoverend rood. Halleluja.
En nu gaat hij weg. Denk ik. Er zijn zó weinig gelegenheden om goede sier te maken met een Balinese feestblouse. De Hindoetempels zijn dun gezaaid. De blouse ligt nog op een hoek van mijn bureau, maar de zak weggooitextiel loert al naar hem.

Pak Henkie
Links dorpsjoker Pak Henkie, een begenadigd gamelanspeler die al verschillende keren voor optredens naar Duitsland was geweest, net als een aantal andere dorpsgenoten. Hij vond daar vooral de leggings van de vrouwen mooi. Plek: bij een van de vele ‘warungs’ in het dorp, eenvoudige hutten waar je eten en drinken kunt kopen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *