Birgitta praatte Zweeds tegen ons. Na een week lieten we het maar zo. Als ze met veel moeite iets in het Engels zei, interesseerde ons dat toch niet. Zij was onze huisgenoot tegen wil en dank. Wij waren haar huisgenoten tegen wil en dank.
Ze zong graag, rochelde en liet harde winden die ongefilterd door de bamboewandjes onze slaapruimte binnenkwamen.
Spiritualiteit
De plek: Saba op Bali, een dorp dat toen nog niet door toeristen was ontdekt. We zaten ergens buiten het dorp, vlakbij het strand, in een bouwsel van een idealistische Zweedse organisatie die westerlingen kennis wilde laten maken met Balinese spiritualiteit.
Een huis kon je het niet noemen. Er waren wat wandjes rechtop gezet.
Wij deden er antropologisch onderzoek naar beginnend toerisme, maar ter plekke kwamen we er achter dat we alleen Birgitta hadden. Birgitta was het vleesgeworden beginnende toerisme. Ja, en sporadisch kwamen een paar verdwaalde mensen langs die na een paar dagen gek werden omdat je in Saba geen dolfijnen kon spotten of surfen. Je kon er niet eens een scooter huren om het eiland over te jakkeren. Verveling is synoniem aan toerisme maar dit ging wel heel ver.



Elke dag aten wij hetzelfde. Elke dag maakte Terimi, de huishoudelijke hulp, een rijstmaaltijd met onder andere pinda’s en ikan teri, gebakken visjes. En elke dag zei Birgitta: ‘Ik ben benieuwd wat we vandaag eten, haha.’
Birgitta was muzieklerares en verzamelde Balinese liedjes. Ze had altijd enorme tassen bij zich met een megacamera en opnameapparatuur. Ze was altijd aan het zeulen, zelfs zonder tassen zeulde ze, want ze was nogal fors.
Bewegen was een probleem. De slimmerd legde het daarom aan met de puberdochter van de opzichters, Mira, die ze tevreden hield door radio’s en kleren voor haar te kopen. Mira had een scooter van haar vader gekregen en nam Birgitta in ruil mee naar plekken waar gezongen werd. Mira was ook tolk voor Birgitta want Birgitta kon in het Indonesisch alleen ‘hoi’ en ‘dankjewel’ zeggen.
Gifwolk
De mollige Mira vleide zich thuis regelmatig tegen Birgitta aan, als een peuter, en luisterde naar Birgitta’s Zweedse/Engelse verhalen over muggenbulten en infectiegevaar. Soms spoot Terimi een hele bus leeg in de ruimte van Birgitta die als zich als een gifwolk over het eiland verspreidde
Als Birgitta het niet zag, deden Terimi en Mira haar dansjes na en imiteerden haar uitspraak. Het hele dorp lag slap van de lach op de grond toen Terimi op een dorpsbijeenkomst nadeed hoe Birgitta uit haar hangmat probeerde te komen. Ik had Terimi zelf wel eens uit haar hangmat willen zien klimmen trouwens, maar daar had ze geen tijd voor.
Na twee maanden was het voor Birgitta tijd om terug naar huis te gaan, maar niet zonder een afscheidsfeest. Ze liet de opzichter dansers en muzikanten regelen en nodigde hier en daar mensen uit. Er was veel te veel eten voor mensen die nooit op kwamen dagen
Alleen de ingehuurde muzikanten en dansers waren er, de familie van de beheerder, Terimi en wij. Het leek Birgitta niet te deren. Hoogtepunt van de avond was het dansje dat ze In haar lokale feestsarong waagde. Ik stel me voor dat een foto van die gelegenheid nu nog steeds, als ze nog leeft, groot in haar kamer hangt. En haar grote cadeaus, waaronder een nieuwe tv voor de beheerder, vielen zeer in de smaak.
Balinese dagboeken

En ik maar schrijven, schrijven en schrijven, acht dicht beschreven schriften, gemiddeld een per maand, over semi-wijze priesters (‘de natuur geeft je alles wat je nodig hebt’), een Nederlandse die met haar veertig jaar jongere Indonesische man op Bali woonde omdat ze op Bali snapten dat je in een vorig leven elkaars geliefde was geweest, en toeristen zoals John, die van het ene strand op de wereld naar het andere reisde, alleen maar om te schaken met mensen die hij daar tegenkwam.
Tegenwoordig hoef je je helemaal niet meer te vervelen in Saba trouwens.