De Eiffeltoren van Kampen

Je kon als meisje in 1984 niet met goed fatsoen in Kampen studeren zonder ‘iets met Pantertje’ te doen. Hij was de kers op de taart, de Eiffeltoren van Kampen.

Er liepen veel mooie jongens rond op de kunstacademie, echte kunstenaars á la Rutger Hauer in Turks Fruit, weer eens wat anders dan de rechtenstudenten in spé van de middelbare school. Pantertje was een van die jongens, een sieraad in de Oudestraat, de straat die in zijn eentje het centrum van Kampen was. Pantertje droeg zwartleren lieslaarzen en een onafscheidelijke jas met panterprint. Uiteraard had hij kohllijntjes onder zijn ogen en een oorring á la Adam & the Ants, maar dat was normaal daar toen.

Brugspringer
Elke week paradeerde hij met een ander meisje en op een dag was het mijn beurt. Van anderen had ik al gehoord dat hij altijd een krantenartikel bij zich had om te bewijzen dat hij van de brug was gesprongen. Het verhaal klopte. Dat hij van de brug was gesprongen, maar ook dat hij het artikel altijd bij zich had.

Maar ik wist nog niet alles. ‘ Ik kan ook messen werpen’, zei hij tijdens de middagboterham op mijn studentenflat. Het volgende moment vloog een aardappelmesje richting muur.
‘Ik kan ook messen werpen’, werd een gevleugelde uitdrukking van ons. En ‘ons’ slaat dan op mijn flatgenoten en ik, want Pantertje moest natuurlijk al snel weer iemand anders gaan veroveren.

Grafstenen
Als ik later vrouwen uit Kampen tegenkwam, bleken die ook vrijwel allemaal ‘iets met Pantertje’ gedaan te hebben. Ik kwam hemzelf ook nog tegen op de Parade in Utrecht. Hij had in de gevangenis gezeten, waarvoor weet ik niet meer, en hij hakt tegenwoordig grafstenen.

Zijn oude jas was hij kwijtgeraakt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *