Dat zouden meer mensen moeten doen

Als mijn vader op een doordeweekse dinsdag het rozenperkje stond te schoffelen riep er altijd wel een voorbijganger: ‘Zo dominee, lekker vrije middag.’ Gul klonk dat niet. Niet als in: ‘Wat fijn voor jou dat je nu eens even kan doen waar je zin in hebt.’ Als mijn vader lanterfanterde was dat natuurlijk ook niet op kosten van het land, maar op kosten van de Nederlands Gereformeerde kerk. De voorbijganger (tevens kerkganger) betaalde mee aan mijn nieuwe jas. En de voorbijganger moest vijf dagen in de week van negen tot vijf aan de bak. Dus had hij recht van spreken of niet.
Ik denk dat het daar vandaan komt. Dat ik door de grond ga als de kapper vraagt: ‘Vrij vandaag?’ Ik durf opdrachtgevers nooit te zeggen dat ik negen uur ’s ochtends een bespottelijke tijd vind om te bellen. Het is hier helemaal Sodom en Gomorra want W. heeft ook geen baas om voor in het gareel te schieten. Kinderen om je bij het ochtendkrieken wakker te krijsen hebben we niet. De katten zitten in de woonkamer opgesloten.
Het gaat dus zo: De telefoon gaat en wekt me uit mijn REMslaap waarna ik razendsnel contact zoek met de aarde, tijdens de sprint naar mijn werkkamer de keel alvast schraap en in één vloeiende beweging de computer aanzet en de hoorn oppak om te klinken alsof ik al uuuuren in de weer ben.
Maar nu heb ik Voor God en de Sociale Dienst uit 2000 van Nicolien Mizee gelezen. Zij schrijft stukjes op de achterkant van de NRC die ik zowel geestig als slim en raak vind en daarom ging ik achter haar boeken aan.
Wat een geweldig boek! Ik ben sinds dit boek de schaamte voorbij. Direct de telefoonlijn doorgeknipt. En dat zouden meer mensen moeten doen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *