Cursus schrijfdocent

‘Jij wordt later vast juf’, zei de moeder van een vriendinnetje ooit. Ik was negen en tot in het diepst van mijn ziel gekrenkt.
Ik wilde schrijver worden. 
Leraar, hartstikke belangrijk beroep natuurlijk, maar ik weet zeker dat mijn kindertijd leuker was geweest als ik minder uren in schoolbanken had moeten zitten. Zo’n leraar maakt van jou een brave burger die kant en klaar naar zijn van-9-tot-5-baan kan. Mokkend leerde ik het hoogst noodzakelijke, terwijl ik van nature erg leergierig ben.

(Wie zijn haat tegen docenten wil voeden moet deze aflevering van Kunststof terugluisteren waarin de briljante Willemijn Veenhoven praat met comedian Sezgin Güleç die leraren zieke mensen vindt omdat ze hun hele leven op school zitten. En lees Ivan Illich)

Taal van iedereen

Toch heb ik afgelopen half jaar een cursus Docent Creatief Schrijven gedaan. Vanwege Christine Otten, die schrijflessen geeft aan gedetineerden, en om iets tegen ontlezing te doen. Taal is van ons allemaal, niet alleen van mensen die Libris Literatuurprijzen winnen. Als mensen lol krijgen in Nederlands en zelf gaan schrijven, zich leren uit te drukken in hun eerste of zoveelste taal, gaan ze ook lezen. Door samen te schrijven leer je jezelf, maar ook elkaar kennen. 
Denk ik. 
Ik was ook nieuwsgierig naar hoe docenten dat nou doen, zo’n heel uur vullen, en hoe dat voor mijzelf zou zijn om voor een groep te staan.
Dat laatste valt dus mee. Je hebt een liturgie voor lessen en daarin kun je ook tijd opnemen waarin cursisten schrijven. Kun je als docent op adem komen. Vervolgens laat je mensen voorlezen uit eigen werk en dan komt het allermoeilijkste: feedback geven. Mensen vinden het spannend om hun eigen verhalen voor te lezen, zeker als het beginners zijn. Je moet zo’n schrijfgroep ook leuk houden en niet direct roepen dat iets saai of belachelijk is. Ook daar zijn gelukkig methodes voor. ‘Tips’ en ‘tops’ geven. Dit kan beter (tip), maar dat vond ik erg mooi of leuk (top). 

Etiket met als tekst: Nicolien Mizee Schrijfles, Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam 2007.
Bundeling van eerder in NRC gepubliceerde columns.

Cliché’s

Ooit volgde ik zelf voor het eerst een schrijfles. Ik kan me herinneren dat ik verwachtte dat de juf steil achterover zou slaan van mijn schrijven. Aan één zin had ze genoeg om mijn uitzonderlijke talent te zien. Kon niet anders. Niemand die zoveel en zo hartstochtelijk schreef als ik. 

September 1992

De schrijfcursus, wel nuttig, maar ik hoed mij voor mijn stijl. In de les moeten we korte opdrachten doen. Ik merk dat ik erg gespitst ben op het vermijden van cliché’s, dat oorspronkelijkheid voor mij op nummer één staat en techniek ver in mijn belangstelling achterblijft. Terwijl dat in de cursus andersom is. De juf hield zich strak aan haar schema. Ze had Nederlands gestudeerd en had ‘ambachtelijkheid van het schrijven’ hoog in het vaandel, vertelde ze.

November 1992

Gisteravond de laatste keer cursus. De juf vertelde dat bij grote uitgeverijen stagiaires zitten die vijf manuscripten per week doorbladeren wegens tijdgebrek en dat je overgeleverd bent aan willekeur. Uitgeverij Bakker geeft bijvoorbeeld maar eens in de twee jaar een debuutroman uit. En als je al een boek gepubliceerd hebt, ben je niets meer dan een debutant en moet je jezelf bewijzen door een tweede en derde boek te schrijven. Volgens juf werd het allemaal steeds commerciëler. 
Het commentaar op mijn verhaalfragment gister was minder vernietigend dan de vorige keer. en de kritiek die ze gaven begrijp ik beter. Volgens juf dreigt mijn sterke kant, fraaie zinnen, mijn zwakke kant te worden omdat ik de afstand tot de personages te groot hou. Ik zou meer van de personages en hun taalgebruik en gevoelens uit moeten gaan. Ik moet ‘freewriten’ en niet terugschrikken als dialogen niet zo mooi zijn. Mooier maken kan ik altijd nog in latere versies want dat zit toch al in mij. Ze dacht dat ik misschien poëzie moest schrijven.’ 

Genezen van te mooie zinnen

Mijn weerzin tegen huiswerk blijkt nog springlevend. Ik maakte het met mijn oude gouden zesjesmentaliteit. Maar er zat één opdracht in de cursus Docent Creatief Schrijven die ik echt leuk vond: schrijf een dagboek van een tulp. Elke dag zag ik hoe de van oorsprong doorgefokte en geurloze bloem mooier en karaktervoller werd. Mijn juf zei dat non-fictie en ik echt een match zijn. Over te mooie zinnen heb ik niemand meer gehoord. 

Eerste ontmoetingen

Mijn eerste echte les ooit gaf ik afgelopen maand aan mijn medecursisten en ging over eerste ontmoetingen. Als intro las ik voor uit het boek Schrijflessen van Nicolien Mizee. Vervolgens konden de cursisten zelf aan de slag.
Wie heb je de afgelopen weken voor het eerst gezien? Wat dacht je van hem of haar? Had je haast?
Het leverde prachtige verhalen op waardoor ik mijn gereserveerde medecursisten toch net iets beter leerde kennen en de les was zo om.

Mijn favoriete docent is trouwens mijn Pilatesjuf: ‘Kijk vooral wat voor jou goed voelt. Maar dat geldt voor het hele leven. Kijk, die wijsheid pak je in dit uur ook nog even gratis mee.’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *